Na de tocht naar Lowestoft is er nog een keer voor de kust gevaren. Daarna lag er een langere toer voor de deur. Het havenfestival te IJmuiden, zeilen op het Markermeer en de visserijdag te Spakenburg.
Het vertrek stond gepland voor vrijdag de 26e augustus, de weersvoorspelling was niet al te best. We wilden omstreeks 12 uur te water, de bemanning, een sponsor en de rest van de walploeg kwamen omstreeks 9 uur bijeen, sommige later want om 9 uur barstte een onweer los met veel regen.
Overleg met het thuisfront leerde, omstreeks 10.45 uur wordt het weer droog, maar tegen 13 uur begint het weer. Om 10.30 uur vertrokken we naar het strand, snel de mast opgezet en het dekzeil over het voorschip. Kort na 11 uur gleed de “Claes Teunisz.” van de wagen af. Even na 13 uur lagen we binnen de pieren van IJmuiden en om 13.30 uur lagen we aan de steiger bij de KNRM. Heel snel alles weer afgedekt want vanuit het ZW kwam er een lucht aan of de wereld zou vergaan, maar er kwamen slechts 6 druppels uit.
De volgende dag, zaterdag de 27e, het schip getuigd en de stand vooraan bij de steiger ingericht. Al snel moesten extra dekzeilen worden gespannen om de kraam droog en enigszins luw te houden. Vooral ’s middags vrij veel regen. De volgende dag veel wind maar droog en in de middag zon. Tegen het eind van de middag was er een optreden van het Egmondse shantykoor de “Z��ln��lden” aan boord. Al met al een redelijk geslaagd festival.
De volgende dag vertrokken we via het Noordzeekanaal richting Markermeer met als einddoel Volendam. Na het passeren van de Zuidersluis in IJmuiden konden we op het Noordzeekanaal onder zeil met de motor standby. Later op de dag passeerden wij de Oranje sluizen en de Schellingwouder brug en gingen op het Markermeer weer onder zeil richting “het paard van Marken” (een vuurtoren op het eind van de dijk bij Marken). Met een, ruim invallende, stevige ZW wind, liepen we gemiddeld 5.8 mijl per uur met een top van 6.5 mijl. Na het “paard van Marken” aan de wind richting Volendam, waar we omstreeks 18.30 uur arriveerden, het laatste stukje op de motor. Hadden we op maandag veel wind, op dinsdag was het zo goed als windstil, erg jammer, we zouden gaan varen met twee heel ervaren Volendammer zeilers, waar we veel van hadden kunnen opsteken. Ook de twee volgende dagen was er niet veel wind, toch konden we toen zeilen op de Gouwzee met enkele passagiers op woensdag en suppoosten van het Museum van Egmond op donderdag.
Op vrijdagmorgen vertrokken we richting Spakenburg, over het Markermeer was het bezeild met een lichte wind uit een oostelijke richting. Na Pampus was het tegen de wind, alles rustig aan gemotord. Om 16.30 uur waren we in Spakenburg, afgemeerd bij de botterwerf van Nieuwboer, alwaar we ook de nacht in een bedstee doorbrachten. De volgende dag, zaterdag 3 september, was het visserijdag. We lagen toen aan de kade tegenover de werf, een prima plek.
Vanaf de kade konden wij ons verhaal doen over de pinck, het begin van de ontwikkeling van de strandschuiten met als verwijzing naar de bomschuiten, het einde van een ontwikkeling. Door een bomschuitbodem die enkele jaren geleden te Andijk (NH) weer boven water kwam en nu op deze botterwerf ligt, was dat voor ons een leuk aanknopingspunt.
Voor ons interessant om te zien, een botter, de HK 10 werd op de helling getrokken met slechts ��n echte paardenkracht. De botter werd gebreeuwd, geteerd en ging tegen het eind van de middag weer te water, spectaculair hoe snel dat ging.
Het weer was uitstekend, de sfeer was het goed, gemoedelijk, a-commercieel en tot slot als hoogtepunt een varend shantykoor, prachtig.
Onze pinck was duidelijk, met haar vierkante zeilen gehesen, een vreemde eend in de bijt. We hebben daar met onze aanwezigheid Egmond als voormalig vissersplaats goed op de kaart kunnen zetten.
Zondagmorgen om 8 uur vertrok de “Claes Teunisz.” weer richting Egmond, waar zij na een voorspoedige reis om 16.30 uur weer aanlandde. De pinck weer afgetuigd en in de loods gereden en op woensdag de boel weer opgeruimd.