Op de datum waarop we anders naar IJmuiden vertrokken, gingen we nu – voor de eerste keer – naar de visserijdagen in Den Oever. Op donderdagavond 28 augustus werd de Claes Teunisz naar het strand gereden om vrijdagmorgen vroeg, omstreeks 06. 45 uur, te kunnen vertrekken. Maar helaas, s nachts was de wind gedraaid en toegenomen, er moest een paar uur worden gewacht tot het water was gezakt. Om 09.00 uur gleed de pinck van de wagen af.
Doordat het getij nu voor een deel verlopen was, duurde de vaartocht een stuk langer dan oorspronkelijk gepland. Maar omstreeks 16.30 uur voer de Claes Teunisz de haven van Den Oever binnen. Voorlopig ergens aan de kade, maar de volgende dag, zaterdag, kozen we een ligplaats nabij het in restauratie zijnde Skuutje WR 60, die op de kade te kijk stond. Hoewel we daar eigenlijk op de plek van de WR 173 lagen, werd er in goed overleg naar een oplossing gezocht en gevonden. Op zondag lagen de twee historische schepen (WR 173 en de Pinck) gezellig met zn tween aan de kade tussen de boegen van de grote kotters.
Beide dagen werden goed bezocht. Vooral de zondag was overweldigend druk, er werden veel mensen aangesproken en de derper vlag waaide vrolijk uit.
En dan nog de maandag: Voor de nacht meerden we af aan de drijvende steiger van de historische vloot. Dit is een nieuwe steiger, die maandagochtend door de burgemeester werd geopend. De pinck paste mooi in dit plaatje. Omstreeks 11.00 uur gingen we los van de steiger om de vlootshow te bekijken. We dachten dat de maandag een rustige dag zou zijn, maar de kotters puilden uit van de passagiers. Na een rondje door de haven gingen we met hoogwater het wad op. Rustig aan op de motor gingen we buiten de boeien om tegen de noordenwind in, we werden ingehaald door de vele kotters en andere vaartuigen. Dit was een prachtig gezicht. Nadat we gedraaid waren zeilden we alleen op de fok terug naar Den Oever.
De volgende dag gingen we op weg naar Volendam. Grotendeels werd er gezeild, maar door het wegvallen van de wind werd min of meer regelmatig de motor bij gezet. s Middags tegen zessen lag de Claes Teunisz in de haven van Volendam.
Woensdag, het was rustig weer, werd de pinck gezeild met een minimale bezetting, met wat improvisatie is dit goed te doen. Donderdag was er meer volk van ons en werd er, inmiddels traditie, gezeild met twee ervaren Volendammer zeilers. Daags erop – vrijdag 5 september – vertrokken we om 9.30 uur uit Volendam richting Spakenburg. Het was nevelig en vrijwel geen wind, dus rustig aan op de motor, omstreeks 14.30 uur lagen we in de haven van Spakenburg. Een aantal van ons werden opgehaald, n man bleef slapen maar de bemanning werd zaterdag aangevuld. Op zaterdag was daar de visserijdag, een heel sfeervolle dag met veel gerookte en gebakken vis, stands over de zuiderzeevisserij en hun vloot, modelbouwers, een touwslager en heel belangrijk: een goede organisatie. Het was goed weer, niet te warm en niet te koud, veel publiek waar we ons verhaal goed aan kwijt konden.
s Zondagmorgen vroeg om 5.45 uur ging een auto met een paar bemanningsleden richting Spakenburg om de twee achterblijvers aan te vullen. Al om 7.15 uur vertrok de Claes Teunisz weer richting Egmond alwaar zij om 16.15 uur aanlandde. Vlot weer op de wagen en het hele spul in de loods gezet. Op woensdag alles weer opgeruimd en schoon gemaakt, het waren 2 drukke weken, maar met voldoening. Het Egmondse vissersverleden komt steeds beter op de kaart.